Vivaldi-ploeg wil vanaf 2026 enkel elektrische bedrijfswagens

17/09/2020

Het vergroenen van het wagenpark is een van de maatregelen van de Vivaldi-partijen om de klimaatdoelstellingen te halen.

 

‘Alle nieuwe bedrijfswagens moeten tegen 2026 broeikasvrij zijn.’ Het is een van de groene maatregelen waarover de zeven partijen die samen een Vivaldi-regering willen vormen het eens zijn, blijkt uit de onderhandelingsnota van de preformateurs Egbert Lachaert (Open VLD) en Conner Rousseau (sp.a), die De Tijd kon inkijken. De bedrijfswagens met een verbrandingsmotor gaan er dus uit, de elektrische wagens worden verwelkomd.

In het voorjaar bereikte een toen onuitgegeven coalitie van Open VLD, CD&V en Groen in de Kamer een akkoord over een gelijkaardige regeling om vanaf 2025 het fiscale gunstregime op bedrijfswagens die op diesel of benzine rijden te bannen. De drie partijen vonden daar toen geen parlementaire meerderheid voor, bij de Vivaldi-partijen is die er nu wel.

‘De maatregel gaat in 2026 in en het gaat enkel over nieuwe wagens’, zegt een betrokkene. Voor lopende contracten verandert niets. De onderhandelaars verwachten weinig problemen. ‘Vanaf dan moeten er genoeg elektrische modellen beschikbaar zijn.’

De maatregel moet ons land helpen de Europese klimaatambities te halen. De Europese Commissie wil dat de CO₂-uitstoot tegen 2030 met 55 procent afneemt en liberalen, socialisten, groenen en CD&V onderschrijven dat doel.

Kernuitstap

Over andere klimaatmaatregelen en de kernuitstap is de tekst van de preformateurs vaag. ‘De afhankelijkheid van kernenergie in onze energieproductie wordt tijdens deze legislatuur voort afgebouwd’, staat in de nota.

 

Of het vanaf 2025 afgelopen is met nucleaire energie - zoals de wet voorschrijft en wat de groenen willen - of dat toch nog twee centrales openblijven - wat de liberalen wensen om de bevoorradingszekerheid te garanderen - is nog een knelpunt aan de onderhandelingstafel.

 

Centrumkoers

In de nota van Lachaert en Rousseau, waar nog aanpassingen aan worden doorgevoerd en die dus allesbehalve definitief is, wordt een centrumkoers uitgestippeld. Belangrijke maatregelen van de regering-Michel, zoals de verhoging van de wettelijke pensioenleeftijd, de taxshift en de hervorming van de vennootschapsbelasting, blijven behouden. Nieuwe diepgaande hervormingen blijven op die vlakken wel uit.

 

Met de komst van de socialisten en groenen wordt een reeks rode en groene accenten gelegd, al zijn die nog niet definitief afgeklopt. Er wordt gewag gemaakt van een geleidelijke verhoging van de minimumpensioenen tot 1.500 euro netto voor wie een volledige loopbaan van 45 jaar achter de rug heeft. In de fiscaliteit wordt gesproken van ‘een billijke bijdrage van de individuen met de allersterkste schouders, met respect voor het ondernemerschap’.

 

De snelheid waarmee bijvoorbeeld de verhoging van het minimumpensioen kan worden doorgevoerd, hangt af van het budgettaire plaatje. Volgens de recentste vooruitzichten daalt het begrotingstekort van de federale overheid bij ongewijzigd beleid naar 4,56 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2024.

 

Budgettaire inspanning

De Vivaldi-partijen willen vanaf 2021 een vaste jaarlijkse budgettaire inspanning van 0,1 procent doen. ‘Afhankelijk van het economisch herstel en van de hoogte van de economische groei wordt een bijkomende variabele budgettaire inspanning geleverd van 0 tot 0,5 procent per jaar’, luidt het.

 

Afhankelijk van de budgettaire keuzes die nog moeten worden gemaakt, zullen de Vivaldi-partijen meer of minder nieuw beleid kunnen opstarten. ‘Er is nog heel veel niet beslist en we moeten nog beginnen aan de moeilijke knopen’, zegt een onderhandelaar. ‘De budgettaire tabel kan nog veel doen sneuvelen.’

De zeven partijen hebben 1 oktober naar voren geschoven als deadline voor de onderhandelingen. De onderhandelaars kunnen vanaf vandaag weer fysiek samenkomen. Hun coronaquarantaine - na de positieve test van Lachaert vorige week maandag - loopt af. Bij een tweede test bleek niemand besmet.

 

Bron : De Tijd, Jasper D’Hoore, Dieter Dujardin, 17/9/2020